Naast de normale bijenkasten staat er gedurende het seizoen een bijenobservatiekast op Het Streekcentrum! Voor het streekcentrum is deze observatiekast een aanwinst voor de bezoekers. Vooral de kinderen kunnen de honingbijen duidelijk en van dichtbij bekijken. Daarnaast is er in de bijenstal is veel meer informatie over bijen te zien.
Het bijenvolk
Wanneer u in de lente en zomer bloeiende planten ziet, zitten daar vaak insecten op. Tussen deze insecten zitten ook honingbijen. Die zoeken naar voedsel voor zichzelf, maar nog meer voor het volk waarin ze leven. Zo’n volk bestaat in de zomer meestal uit 40.000 tot 70.000 werksterbijen, enkele duizenden darren en één koningin.
De bijenkasten die u in Het Liesvelt ziet staan, worden onderhouden door vrijwilligers van de VBBN (Vereniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland), afdeling Gorinchem/Meerkerk. Met de opbrengst van de verkoop van de bijenproducten kunnen deze bijenvolken in stand worden gehouden. Deze producten zijn in het winkeltje bij de ingang te koop.
Imkers houden hun bijen meestal in kasten of korven, maar honingbijen kunnen ook in holle bomen of andere ruimten hun raten bouwen. Dat is wél wat minder praktisch voor de imker, want de honing is dan een stuk moeilijker te oogsten.
Het voorjaar
In de winter zitten de bijen in de bijenkast dicht tegen elkaar in één grote tros. De temperatuur middenin deze tros is 12 graden Celsius, ongeacht hoe koud het buiten is. Precies in het midden bevindt zich de belangrijkste bij van een bijenvolk: de koningin.
In het voorjaar wanneer de temperatuur boven de 10 graden gaat komen, vliegen de winterbijen uit om hun ontlasting van de hele winter kwijt te raken. Ook de koningin begint zich te roeren door langzaam eitjes te gaan leggen en dit in mei en juni op te voeren tot wel 1500 eitjes per dag. Het leven in de bijenkast komt op gang.
Bijen verzamelen stuifmeel en nectar, waarbij zij tegelijk zorgen voor 80% van de bloembestuivingen. Eén bijenvolk op een hectare boomgaard levert 40% tot 60% meer fruit op vanwege die goede bestuiving. Van de verzamelde nectar maken de bijen, door toevoeging van enzymen, honing.
In de kast hangen rechthoekige houten raamwerkjes, de zogenaamde raten. Het stuifmeel en de nectar wordt door de bijen opgeslagen in zeskantige cellen die ze op de raten bouwen. Deze cellen worden door de koningin ook gebruikt om eitjes in te leggen. Wanneer één raat (met duizenden cellen) geheel is gevuld met honing, kan de imker hier soms wel zo’n 3 kilo honing uit slingeren! In een bijenkast zitten minimaal tien raten; de honingopbrengst kan dus soms in de tientallen kilo’s lopen.
De voorraad stuifmeel gebruiken de werksterbijen om voedersap te maken voor de larven (broed) die na drie dagen uit het eitje zijn gekomen. De larven worden 6 dagen voorzien van voedersap en dan maken de werksterbijen de cel dicht met een poreus wasdekseltje en vindt er een gedaanteverwisseling plaats van larve naar pop. De pop ontwikkelt zich in 12 dagen tot een volwassen werksterbij.
De werksterbij
Na een dag of 12 gaat de werksterbij naar het vlieggat om bij mooi weer haar eerste verkenningsvlucht te maken met de kop naar de kast. Ze vliegt dus als het ware achteruit om oogcontact met de kast te houden.
De wasklieren ontwikkelen zich en ze gaat zich 5 à 6 dagen bezighouden met wasproductie, ratenbouw en stuifmeel en nectar in ontvangst nemen en opslaan. Verder is ze nog een paar dagen vlieggatbewaker dat wil zeggen controleren of er geen vreemde bijen of andere rovers (wespen) in de kast komen.
Inmiddels zijn er zo’n 21 dagen voorbij en dan begint het grote werk: uitvliegen en stuifmeel verzamelen met hun achterpoten of nectar zuigen met hun tong. De bijen zijn hierbij soms 3 kilometer van de kast vandaan!
Zomerbijen worden ongeveer 45 dagen oud. Najaars- of winterbijen worden 4 tot 6 maanden oud, omdat ze de koningin de winter door moeten helpen. De koningin zelf kan 4 tot 5 jaar oud worden.
Een nieuwe koningin
Wanneer het volk heel groot is geworden en eigenlijk te groot voor de kast, dan zal het volk een nieuwe koningin gaan kweken. Dit gebeurt door moerdoppen (koninginnecellen) te maken. Deze doppen zijn een stuk groter dan de gewone cellen en hangen meestal verticaal naast de raten of eronder. Als de moerdop gesloten wordt voor de verpopping, vertrekt de oude koningin met de helft van het volk (een zwerm van vele tienduizenden bijen). Ze gaat meestal vlakbij de bijenkast in een boom of struik hangen en wacht tot de verkennende bijen een goede nestgelegenheid hebben gevonden. De meeste imkers zullen proberen zo’n zwerm snel te scheppen met een korf of doos en in een lege kast of korf doen. Zo heeft hij er weer een volk bij.
Als je meerdere moerdoppen uit laat komen, zullen er meer zwermen vertrekken uit de kast. De meeste imkers zullen dit echter voorkomen door één moerdop te laten zitten en de rest te verwijderen.
Darren
De voorjaarsbijen zullen zo veel mogelijk water, stuifmeel en nectar binnenhalen om de nieuwe larven van voedsel te voorzien en een zo sterk mogelijk volk te ontwikkelen. Ook zullen in het voorjaar mannetjesbijen (darren) gekweekt worden. Dit zijn bijen uit onbevruchte eitjes die in cellen gelegd worden die iets groter zijn dan de cellen van de werksterbijen. Deze mannetjesbijen zijn er alleen om het volk warmte of koelte te geven en om de jonge koninginnen te bevruchten. Wanneer een jonge koningin op bruidsvlucht gaat zullen er veel darren, ook van andere volken, achter deze koningin aangaan om te paren. Uiteindelijk zal de koningin met ongeveer 20 darren paren. De darren die gepaard hebben zullen hierna sterven en de koningin heeft voldoende zaad om 4 á 5 jaar eitjes te leggen. De overige darren keren terug naar de kast en zullen nog een tijd gevoerd worden door de werksterbijen en hand- en spandiensten verrichten in de kast. Na verloop van tijd zullen de darren verstoten worden en niet meer in de kast mogen. Als ze dit tóch proberen, worden ze vermoord door de werksters. Het bijenleven is hard…
Bijproducten
De bijen die de nectar verzameld hebben, zullen dit door toevoeging van enzymen veranderen in honing en de imker zal deze honing dankbaar oogsten.
In het najaar zal hij de bijen suikerwater er voor teruggeven, zodat het volk de winter door kan komen. Honing is niet alleen een voedingsmiddel, het wordt ook gebruikt in de geneesmiddelenindustrie net als de bijenwas, stuifmeel en propolis. Zelfs het bijengif wordt al zeer lang gebruikt als geneesmiddel.